Heden achttien augustus negentienhonderd vier en veertig zijn voor mij, Ambtenaar van den burgerljken stand der gemeente Breda, verschene, ten einde een huwelijk aan te gaan: Marijnissen, Frederik Johan, oud drie en twintig jaren, ambtenaar gewestelijk arbeidsbureau, geboren en wonende te Breda, meerderjarige zoon van Marijnissen, Wilhelmus Petrus, oud zeven en vijftig jaren, procuratiehouder handelsmaatschappij en van van Achterberg, Anna Catharina, oud twee en vijftig jaren, zonder beroep, beiden wonende te Breda; en: van Dongen, Petronella, oud een en dertig jaren, winkelbediende, geboren te Dongen, wonende te Breda.
De ouders van den bruidegom, hier tegenwoordig, hebben verklaard hunnen toestemming tot dit huwelijk te verleenen.
De afkondiging van dit huwelijk heeft zonder stuiting plaats gehad alhier op zaterdag dertien mei dezes jaars.
Nadat bruidegom en bruid verklaard hadden, dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk al de plichten, door de wet aan den huwelijken staat verbonden, zullen vervullen, heb ik, in naam der wet, verklaard, dat zij door het huwelijk aan elkander zijn verbonden.
Als getuigen waren tegenwoordig: Marijnissen, Wilhelmus, oud vier en twintig jaren, ingenieur, wonende te Eindhoven, broeder van den bruidegom en Hoekstra, Wabe, oud dertig jaren, directeur radiateurenfabriek, wonende te Breda, zwager der bruid.
Waarvan akte, welke is voorgelezen.
Bron: Stadsarchief Breda