In het jaar een duizend acht honderd twee en negentig, den zeven en twintigsten April. Verscheen voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Raamsdonk, Johannes Dank, oud negentien jaren, arbeider, wonende te Raamsdonk, dewelke aan ons heeft aangegeven, dat op den vijf en twintigsten April dezes jaars om tien ure des voormiddags binnen deze Gemeente, wijk letter D nummer een en vijftig is geboren een kind van het mannelijk geslacht van hem comparant en van Geerdina Wilhelmina van Achterberg, zijne echtgenoote, zonder beroep, beide te Raamsdonk woonachtig en aan hetwelk hij verklaard heeft te geven de voornamen van Gerrit Nicolaas.
Welke aangifte en verklaring is geschied in tegenwoordigheid van Gerrit Nicolaas van Achterberg, oud zeven en zestig jaren, landbouwer, en van Hendrik van Achterberg, oud drie en zeventig jaren, landbouwer, beide wonende binnen deze Gemeente als getuigen hiertoe door den aangever gekozen.
Waarvan akte: welke wij dadelijk in dubbel hebben opgemaakt, en na door ons aan de comparant en de getuigen te zijn voorgelezen, met dezelven hebben geteekend.