In het jaar een duizend acht honderd drie en zestig, den een en twintigsten Mei. Verschenen voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der Gemeente Raamsdonk, Gerrit van Kuijk, oud dertig jaren, geboren en wonende in deze Gemeente, beroep arbeider, meerderjarige zoon van Jan van Kuijk, veldwachter en van Johanna van Achterberg, zonder beroep, beide in deze gemeente woonachtig, ter eenre,
En Lucia Waas, oud zes en twintig jaren, geboren en wonende in deze gemeente, zonder beroep, meerderjarige dochter van Adriaan Waas, overleden en van Anna van der Pluijm, zonder beroep, in deze gemeente woonachtig, ter andere zijde.
Dewelke ons hebben verzocht, tot het voltrekken van hun voorgenomen Huwelijk over te gaan, waarvan de afkondigingen binnen deze Gemeente hebben plaats gehad op zondagen, den tienden en zeventienden Mei dezes jaars.
En zijn door partijen tot dat einde aan ons overgelegd, ten eerst: De akte van geboorte van den Bruidegom.
Ten tweede. Een Certificaat van den Heer Comissaris des Konings in deze Provincie waaruit blijkt dat de Bruidegom aan zijnde verpligting ten aanzien der Nationale Militie voldaan heeft.
Ten derde. De akte van geboorte van de Bruid.
Ten vierde. De akte van overlijden van den vader van de Bruid.
Ten vijfde. Een Certificaat houdende dat de afkondigingen binnen deze gemeente plaats gehad en geene stuigen is beteekend geworden.
De moeder van de Bruid, alhier tegenwoordig heeft verklaard haar toestemming te geven tot het voltrekken van dit huwelijk.
Dien ten gevolge en na dat de aanstaande Echtgenooten, ten overstaan van ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand en in tegenwoordigheid der getuigen hebben verklaard, dat zij elkander aannemen tot Echtgenooten, en getrouwelijk al de pligten zullen vervullen, welke door de Wet aan den Huwelijken Staat verbonden zijn, hebben wij in naam der Wet uitspraak gedaan, dat de personen van: Gerrit van Kuijk en Lucia Waas door den Echt met elkander zijn vereenigd.
En is het tegenwoordig Huwelijk voltrokken in het openbaar ten Gemeentes-huize in tegenwoordigheid van: Johannis van Disseldorp, oud een en vijftig jaren, grutter, Gerardus van Disseldorp, oud vijf en veertig jaren, grutter, Simon van Disseldorp, oud twee en veertig jaren, kuiper, allen wonende in deze gemeente en Cornelis van Disseldorp, oud zeven en veertig jaren, bakker, wonende te Ginneken als getuigen door de echtgenooten zelven gekozen zijnde geene nabestaanden van dezelven.
Waarvan akte: welke wij dadelijk in dubbel hebben opgemaakt, en na door ons aan de comparanten en de getuigen te zijn voorgelezen, met den contractanten ter eenre en de getuigen hebben geteekend, hebbende de contractanten ter andere zijde en hare moeder verklaard wegens onkunde niet te kunnen schrijven.