Het Jaar een duizend acht honderd drie-en-dertig, den zestiende der maand April om twaalf ure des middags, verscheen voor ons Burgemeester, Beambte der Burgerlijken Stand der Gemeente Raamsdonk, provincie Noord-Braband, Mauris van Achterberg, van beroep postrijder, oud zes en dertig jaren, wonende te Raamsdonk, dewelke ons heeft vertoond een kind van het manlijk geslacht, geboren op maandag den vijftiende der maand April duizend acht honderd en drie-en-dertig, om zes ure des avonds; van Mauris van Achterberg van beroep postrijder, oud zes en dertig jaren en van Anna Catharina Ronkel, zijne huisvrouw, oud negen en dertig jaren, mede wonende te Raamsdonk en aan hetwelk hij verklaard heeft te geven de voornaam van Leendert.
Welke verklaring en vertooning zijn geschiedt in bijwezen van Mathias Fasen, van beroep arbeider, oud zes en twintig jaren, en van Jan van Kuijk, van beroep veldwachter, oud dertig jaren, beide alhier woonachtig; en hebben, nadat aan de comparanten van deze akte voorlezing is gedaan, dezelve met ons ondergeteekend.
