Het Jaar een duizend acht honder negen-en-twintig, den achttiende den maand April, om tien ure des morgens, verscheen voor ons Burgemeester, Beambte van den Burgelijken Stand der gemeente Raamsdonk, provincie Noord-Braband, Mouris van Achterberg, van beroep Postillon, oud twee en dertig jaren, wonende te Raamsdonk, dewelke ons heeft vertoond een kind van het manlijk geslacht, geboren op zaterdag den achttiende der maand April, duizend acht honderd en negen-en-twintig, om een ure des morgens; van Mouris van Achterberg, van beroep Postillon, oud twee en dertig jaren, wonende te Raamsdonk en van Anna Catharina Ronkel, zijne huisvrouw, oud vijf en dertig jaren, mede wonende te Raamsdonk en aan hetwelk hij te geven de voornam van Mouris.
Welke verklaring en vertooning zijn geschiedt in bijwezen van Anton van Dongen, van beroep bouwman, oud vier en veertig jaren, en van Joannes Netten, van beroep arbeider, oud twee en twintig jaren, beide alhier woonachtig; en hebben, nadat aan de comparanten van deze akte voorlezing is gedaan, dezelve met ons geteekend.
