Wilhelmus Maurits van Achterberg, Huwelijksregister ’s Gravemoer, 1899, aktenummer 3

By |

In het jaar achttien honderd negen en negentig, den tweeden november, verschenen voor ons Ambtenaar van den Burgerlijken Stand der gemeente ’s Gravemoer, Provincie Noordbrabant, in het openbaar, in het Huis der Gemeente en in tegenwoordigheid der na te noemen vier getuigen: Wilhelmus Maurits van Achterberg, van beroep slager, oud vier en dertig jaren, geboren te Breda en aldaar wonende, meerderjarige zoon van echtelieden Wilhelmus van Achterberg, slager en Hendrika Evers, zonder beroep, wonende beiden te Breda.
En Thijsje Nerrings, zonder beroep, oud twintig jaren, geboren te ’s Gravemoer en aldaar wonende, minderjarige dochter van de echtelieden Cornelis Antonie Nerrings, van beroep dagloner en van Cornelia Faro, zonder beroep, wonende beiden te ’s Gravemoer en beiden hier tegenwoordig hunne toestemming gevende tot dit huwelijk.

Welke comparanten ons verzocht hebben tot het voltrekken van hun voorgenomen huwelijk over te gaan, hebbende de afkondigingen plaats gehad alhier, op Zondagen den vijftienden en twee en twintigsten october dezes jaars, zoomede op gelijke dagen te Breda en zonder stuiting zijn afgeloopen, en tot welk einde zij verder aan ons hebben overgelegd de stukken hierna genoemd, zijnde:
de geboorte akte des bruidegoms
de geboorte akte den bruid
Het bewijs van voldoening aan de Nationale Militie van den Bruidegom
Het bewijs dat de huwelijks afkondigingen zonder stuiting hebben plaats gehad te Breda.

De aanstaande echtgenooten hebben ten overstaan van ons en in tegenwoordigheid der getuigen verklaard: “dat zij elkander aannemen tot echtgenooten en dat zij getrouwelijk alle de plichten zullen vervullen, welke door de wet aan den huwelijken staat verbonden zijn.”
Na welke verklaring wij in naam der wet hebben verklaard, dat Wilhelmus Maurits van Achterberg en Thijsje Nerrings door den echt aan elkander verbonden zijn.
Van al hetwelk wij dadelijk deze akte hebben opgemaakt in tegenwoordigheid van Cornelis Franciscus van Bezooijen, boekbinder, oud twee en dertig jaren, Henri Rogiers, smid, oud een en dertig jaren, wonende beiden te Breda, Adriaan Prins, schoenmaker, oud negen en dertig jaren en Johannes van Gaal, schoenmaker, oud negen en dertig jaren, wonende te ’s Gravemoer.
En nadat deze akte aan de comparanten en de getuigen is voorgelezen, hebben wij die geteekend met uitzondering van de moeder van den bruid, die verklaart wegens ongeleerdheid niet te kunnen schrijven.

Bron: Regionaal Archief Tilburg

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *